voor 6 personen
|
|
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Laat het rode fruit rustig ontdooien.
Klop de eiwitten stijf met de basterdsuiker in een schone kom.
Schep op het laatst de maizena erdoor.
Schep het mengsel over op een vel bakpapier op de bakplaat in de vorm van een ronde, iets afgeplatte taart.
Schuif de bakplaat in de oven, zet de temperatuur lager (op 140 °C) en laat de pavlova in 5 kwartier bakken tot de buitenkant bros krokant is maar de binnenkant nog zacht.
Zet de oven uit en laat de pavlova rustig afkoelen in de oven.
Haal de pavlova uit de oven en hevel hem (zonder bakpapier) over op een grote platte schaal.
Snij de granaatappel in vieren en haal voorzichtig de sappige besjes eruit, zonder de taaie witgele vliesjes.
Meng de besjes door het ontdooide rode fruit.
Serveren
Klop een bekertje slagroom half stijf, voeg de poedersuiker toe en klop verder tot hij in pieken blijft staan.
Schep dit bovenop de pavlova. Verdeel het fruit erover.
Tip
Hoe lager de oventemperatuur, hoe langzamer het eiwit uithardt en hoe witter de pavlova blijft.
Klop slagroom altijd op de laagste stand van de elektrische mixer en stop als hij glanst, anders wordt het boter.
Je kunt hier ook andere soorten zacht fruit voor gebruiken: mango, passievrucht, perzik, kiwi, et cetera.
Opmerking
Dit is een echte feesttopper, spectaculair, maar toch eenvoudig om te maken. De zachte, friszure fruit is in verrukkelijk gezelschap van slagroom en een krokantzoete bodem, bros doordat de suiker de eiwitten stevig en luchtig maakt. Wel op tijd beginnen, want het schuim moet vrij lang in de oven én weer afkoelen, maar dat kan ook de avond, ochtend of middag tevoren. Je kunt er in principe allerlei soorten zacht fruit voor gebruiken, maar de klassieke versie is met rood fruit. Dankzij de vriezer hebben we daar ook in december de beschikking over.
Bron: NN