Bevroren Charlotte

Voor een ronde schotel met rechte wand (7½ cm), inhoud 1,3 liter

  • ± 125 g lange vingers
  • 3 eetl. kirsch
  • 50 g geroosterd amandelschaafsel
  • 2 eetl. amandelspijs
  • 1 borrelglas kirsch
  • 16 kleingesneden bigarreaux (rode en groene geconfijte kersen)
  • 1 druppel bittere amandelolie
  • 20 cl slagroom
  • 50 g witte basterdsuiker
  • 15 cl gepasteuriseerd eiwit
  • 50 g bittere chocolade
  • 5 cl slagroom

Bedruppel de biscuits aan de onbesuikerde kant met kirsch en zet ze rechtop tegen de wand met de suikerkant buiten.
Strooi de helft van het amandelschaafsel op de bodem.
Meng de spijs met de kirsch, de vruchtjes en de olie.
Klop de slagroom met de basterdsuiker tot vladikte.
Klop het eiwit in een flinke kom stijf en schep het spijsmengsel en de room met een grote gladde lepel luchtig door het eiwit.
Breng het mengsel over in de schotel met de lange vingers, strooi de rest van het amandelschaafsel erover en laat 3 uur bevriezen.
Smelt de chocola met de room, strijk dit op de bovenkant en laat weer bevriezen.
Houd de schotel even in heet water, keer hem op een mooi bord en zet de charlotte terug in de diepvries.
Zet de charlotte vòòr het serveren een halfuur in de koelkast.

Opmerking
Dit nagerecht is een uitvinding van de Franse kok Antonin Carime (1784-1833), die zich baseerde op een Engelse warme pudding: appelmoes in een korst van reepjes brood, vermoedelijk vernoemd naar de vrouw van koning George III. Voor de Charlotte Parisienne gebruikte Carime reepjes cake en als vulling bavarois. Later verzon patissier Pierre Lacam de Charlotte glacé, met ijs - toen een hype in Frankrijk.

Bron: NN

Terug