|
|
Plakjes bladerdeeg op elkaar leggen en uitrollen tot rechthoekige deeglap ter grootte van bakplaat ( 25 x 35 cm).
Deeglap op bakplaat leggen en 30 minuten in koelkast zetten.
Intussen boter en suiker zacht en romig roeren.
Ei en amandelen toevoegen en tot gladde crème roeren.
Deegranden eventueel mooi bijsnijden, deegbodem regelmatig met vork inprikken.
Amandelcrème over deegbodem verdelen, rondom rand van 2½ cm vrijlaten.
Oven voorverwarmen op 200 °C.
Appels schillen, klokhuis uitboren en appels in tweeë;n snijden.
Helften in plakjes snijden, plakjes net niet helemaal los snijden.
Zachtjes op plakjes drukken zodat appelhelften open waaieren.
Halve appels in 3 rijen op amandelcrème schikken (4 helften per rij).
Appeltaart in midden van oven 20 minuten bakken.
Abrikozenjam met citroensap verwarmen en aan de kook brengen.
Direct uit oven warme jam over appels lepelen.
Taart laten afkoelen.
|
|
Bakpapier in grote rechthoekige ovenschaal doen (van ongeveer 25 x 40).
Bladerdeeg in de schaal leggen.
Deegbodem met een vork inprikken.
Bodem bestrooien met een dun laagje custardpoeder.
De noten hier over verdelen.
Oven voorverwarmen op 200 °C.
Appels schillen, in partjes snijden en in nette rijen in de bakplaat leggen.
Bedruppelen met wat citroensap.
De basterdsuiker over de appels strooien en de boter in vlokjes over de appels verdelen.
Ongeveer 25 minuten bakken in de oven (in het midden) totdat het deeg mooi goudbruin is.
Na het bakken af laten koelen (ongeveer een uur) en vervolgens bestrooien met wat poedersuiker.
Opmerking:
Je kan ook goed witte basterdsuiker gebruiken, dan wordt het geheel waarschijnlijk wat lichter van kleur.