Linzen

200 g Puy-linzen
250 g grof gesneden bouquet
2 teentjes knoflook, ragfijn gesneden
1 kleine winterwortel, ragfijn gesneden
1 sjalot, ragfijn gesneden
1 stengel bleekselderij, ragfijn gesneden

2 eetl. fijngesneden bladpeterselie
blaadjes van 1 takje tijm
150 g vet spek
(bij voorkeur lardo di collonata) of pancetta in reepjes
kippenbouillon
boter

Week de linzen circa 1 uur in koud water.
Giet ze af en doe ze in een pan met het bouquet, de samengebonden steeltjes van de tijm en peterselie en zoveel bouillon dat ze net onderstaan.
Breng aan de kook.
Draai het vuur lager en laat de linzen in 30 minuten gaar koken en bouillon opnemen.
Doe de linzen in een zeef en laat ze uitlekken, verwijder het bouquet en de steeltjes.
Laat het spek op laag vuur uitsmelten in een koekenpan.
Smoor de fijngesneden groenten 5 minuten in het spekvet onder nu en dan roeren.
Voeg de gare linzen toe en laat ze warm worden.
Proef op zout en maal er wat peper over.
Gebruik voor een voorgerecht de helft van de hoeveelheden.